E-nummers

  • De 11 gevaren van kunstmatig zoetstof Aspartaam (E951)

    Aspartaam is één van de slechtste kunstmatige zoetstoffen die je tot je kunt nemen. Het brengt vele gezondheidsrisico’s met zich mee.

    De zoetstoffenindustrie heeft het flink te verduren gekregen toen er een onderzoek gepubliceerd (bron1) werd in juli 2017. Hierin werd de link gelegd met een vergroot risico op hart- en vaatziekten en een groei aan BMI (Body Mass Index). Bij dit onderzoek waren zo’n 407.000 personen betrokken. Er is gekeken naar het gemiddelde over een periode van 10 jaar. Onderzoekers ontdekten dat het gebruik van dieetvoeding en –dranken (de lightproducten zonder calorieën) geen voordelen bieden. In plaats van gewicht te verliezen leidt het tot toename van gewicht, tailleomvang en obesitas. Daarnaast veroorzaakt het hoge bloeddruk, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten.

    In een aantal studies zag men wel het voordeel van het gebruik van aspartaam tot gewichtsverlies. Maar zoals vaker voorkomt bij aspartaamonderzoek, werden deze onderzoeken gefinancierd door bedrijven die belang hadden bij een positief resultaat. Helpen producten gezoet met aspartaam bij gewichtsverlies? Nee. Is aspartaam veilig in gebruik? Nee. Veroorzaakt aspartaam negatieve, soms gevaarlijke bijwerkingen? Ja, absoluut. Inmiddels zijn er in meer dan 6.000 producten aspartaam gevonden.

    11 gevaren van dit veel voorkomende voedingsadditief

    1. Verhoogd risico op kanker
    Al tientallen jaren bewijzen studies dat er potentieel kankerverwekkende eigenschappen aanwezig zijn in aspartaam. Het Ramazzini Instituut (een onafhankelijk instituut dat wetenschappelijk onderzoek doet naar kanker in Italië) staat achter de resultaten van haar bevinding dat aspartaam lymfklierkanker en leukemie met 300% heeft doen toenemen. Ondanks dat deze bevinding door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) werd afgewezen, blijft het instituut bij haar standpunt. (bron2)

    Een onderzoek door het Ramazzini instituut legt een link tussen aspartaam en verschillende meervoudige vormen van kanker. Zelfs in doseringen die beneden de aanvaardbare hoeveelheden liggen. Meerdere studies hebben een verband ontdekt dat het gebruik van aspartaam linkt aan de volgende kankersoorten; leverkanker, longkanker, hersenkanker, borstkanker, prostaatkanker en kankers van het centrale zenuwstelsel. (bron3, bron4, bron5, bron6)

    2. Kan diabetes veroorzaken of verslechteren
    Hoewel artsen vaak nog adviseren om suikerhoudende dranken te vervangen voor lightproducten, lijkt het dat aspartaam juist het tegenovergestelde effect heeft dan men gehoopt had. De consumptie van lightproducten is in verband gebracht met een hoger risico op diabetes type 2, alsook het metabool syndroom. Men heeft een studie gedaan onder 6800 personen met een diversiteit aan etnische achtergronden in de leeftijd van 45 tot 84 jaar oud. Hierbij toonde men aan dat het risico op diabetes 67% hoger lag onder de mensen die dagelijks lightproducten tot zich namen ten opzichte van mensen die geen lightproducten innamen. (bron7)

    3. Verhoogde kans op hartaandoeningen en beroertes
    Onderzoek van de Purdue University (wereldberoemde onderzoekuniversiteit in Indiana, Verenigde Staten) toonde in 2013 aan dat frequent gebruik van kunstmatige zoetstoffen als Aspartaam (E951), Sucralose (E955) en Sacharine (E954) gerelateerd zijn aan gewichtstoename, metabool syndroom, diabetes en hartaandoeningen veroorzaakt door stofwisselingsstoornissen. (bron8)

    De Northern Manhattan Study (NOMAS te New York) richtte zich op de studie van beroertes en relevante risicofactoren. Tijdens een onderzoek ontdekte de NOMAS dat mensen die dagelijks lightdranken tot zich nemen een verhoogde kans op hartaandoeningen hebben. In dit onderzoek betrokken zij ook gerelateerde ziekten. Zij zagen dit verband niet bij mensen die gewone frisdrank dronken. (bron9)

    4. Kan neurologische- en hersenaandoeningen veroorzaken
    Onderzoek aan de Universiteit van North Dakota’s Department of Nursing liet zien dat mensen die dagelijks een hoge dosis aspartaam tot zich namen meer geïrriteerd raakten, depressief gedrag vertoonden en een vermindering tot ruimtelijke oriëntatie hadden. In feite was de aspartaamdosis de helft van wat de toegestane hoeveelheid per dag is, zo beweerde de FDA (Amerikaanse Voedsel en Warenautoriteit). (bron10)

    Eén van de eerste studies naar aspartaam in relatie tot de hersenen werd gedaan door John Olney in 1970. Hij was de grondlegger van het onderzoeksveld in de neurowetenschappen, beter bekend als excitotoxiciteit (dit is een vorm van toxiciteit door overmatige stimulatie van de hersenen via de prikkelende stof glutamaat). Olney was lange tijd een tegenstander van legalisatie van aspartaam vanwege zijn uitgebreide onderzoek op dit onderwerp.

    Zijn publicatie in 1970 liet zien dat jonge muizen die aan aspartaam waren blootgesteld, hersenschade opliepen. Zelfs al bij het toedienen van een relatief lage dosis. Wanneer dit tot een bepaalde hoogte ook voor mensen geldt, kan het helpen een verklaring te vinden waarom aspartaam ook gerelateerd is aan een verhoogde kans op een beroerte of dementie (dit volgens een onderzoek van het onderzoeksinstituut in Framingham Massachusetts, Framingham Heart Study genoemd). (bron11, bron12)

    5. Kan stemmingsstoornissen veroorzaken of verslechteren
    Niet alleen kan aspartaam achteruitgang van het neurologische systeem veroorzaken, het kan ook zekere psychische stoornissen ontwikkelen en met name depressie. Het consumeren van aspartaam leidt mogelijk tot achteruitgang in het leren en het emotioneel functioneren. (bron13)

    Het drinken van lightdranken is meer dan eens gerelateerd aan depressie. Dit blijkt uit een studie onder bijna 264.000 deelnemers over een periode van 10 jaar. De onderzoekers ontdekten dat mensen die meer dan vier blikjes of koppen lightdranken per dag dronken zo’n 30% tot 38% meer kans hadden om een depressie te ontwikkelen. Koffiedrinkers daarentegen hebben 10% minder kans op een depressie. (bron14, bron15)

    6. Draagt mogelijk bij aan fibromyalgie
    In de Verenigde Staten lijden meer dan zes miljoen mensen aan een chronische pijnstoornis, beter bekend als fibromyalgie. Men weet nog steeds de oorzaak van de ziekte niet en ook niet hoe deze te genezen. Maar een kleinschalige studie onderzoekt een groep fibromyalgiepatiënten die al jaren op zoek is naar effectieve behandelmethoden. (bron16)

    Deze studie ontdekte dat het weglaten van aspartaam en MSG (bekend onder E621) resulteerde in een volledige of bijna volledige afname van alle symptomen binnen een paar maanden. De symptomen keerden terug na inname van één of beide stoffen.

    7. Gerelateerd aan gewichtstoename
    Er zijn verscheidene redenen waarom aspartaam niet leidt tot gewichtsverlies. De eerste is dat inname van kunstmatige zoetstoffen geen oplossing biedt voor de suikerverslaving waarnaar ze refereren. In plaats daarvan zorgen ze er voor dat het brein naar nog meer zoetigheid verlangt.

    Wanneer men suiker eet verlangt het brein ook naar zoetigheid, maar met dit verschil dat het lichaam nu wel van caloriefeedback wordt voorzien. Het lichaam begrijpt hierdoor dat het zou moet stoppen met eten. Aspartaam doet het tegenovergestelde. Die moedigt verlangens naar zoet en afhankelijkheid aan, zonder de caloriefeedback waardoor men weet wanneer men moet stoppen. Hierdoor gaat men nog meer producten gebruiken die zoetstoffen bevatten.

    In een experiment dat plaatsvond in 2014 werd gesteld dat het drinken van lightdranken invloed zou hebben op psychologische processen. Dit zou ertoe kunnen gaan leiden dat een persoon een teveel aan calorieën gaat innemen. (bron17)

    8. Kan vroegtijdige menstruatie veroorzaken
    In een recent onderzoek naar aspartaam hebben drie Amerikaanse universiteiten jonge meisjes gedurende 10 jaar gevolgd in hun groei en hormonale veranderingen, alsook hun leef- en voedingspatroon. Ze ontdekten dat het drinken van cafeïnehoudende frisdranken, en met name lightdranken, werd gerelateerd aan het ontwikkelen van een vroegtijdige menstruatie cyclus. (bron18, bron19)

    9. Gerelateerd aan de ontwikkeling van autisme
    Hopelijk ben je nu overtuigd dat aspartaam gevaarlijk is en vooral voor zwangere vrouwen. Nog een reden om deze zoetstof te mijden is dat er bij kinderen autisme kan ontwikkelen.

    In het tijdschrift Medical Hypotheses bediscussieerden wetenschappers een onderzoek naar vrouwen die blootgesteld waren aan methanol (gevonden in aspartaam) via de voeding. Zij zouden aanzienlijk meer kans hebben om een kind ter wereld te brengen dat autisme zal ontwikkelen. (bron20)

    10. Hoger risico op nierziekte
    Bij mensen die aanvankelijk een gezonde nierfunctie hebben, kunnen de nieren na het drinken van lightproducten met aspartaam 30% minder gaan functioneren dan bij mensen die geen lightproducten drinken. Dit onderzoek werd gehouden over een tijdsbestek van 20 jaar en betrof 3.000 vrouwen. (bron21)

    11. Kan ‘Aspartaamziekte’ veroorzaken
    Deze term, hoewel geen officiële erkende medische aandoening, is bedacht door dokter H.J. Roberts. Hij schreef het boek Aspartaamziekte in 2001 waarin hij een uitgebreid onderzoek vrijgaf. Hij pleitte voor een verbod op aspartaam bij overheidsinstanties tot aan zijn dood in 2013.

    Hij veronderstelt dat het gaat om een epidemie in de westerse beschaving dat wordt genegeerd door en goedgekeurd door de Voedsel en Warenautoriteit en andere overheidsinstanties. Hij beweert dat de volgende symptomen aan de aspartaamziekte zijn gerelateerd: diabetes, lage bloedsuikerspiegel, stuiptrekkingen (toevallen), hoofdpijn, depressie en andere psychische stoornissen, hyperthyreoïdie (snel werkende schildklier), hoge bloeddruk, artritis, MS, Alzheimer, lupus (auto-immuunziekte), hersentumoren en carpaaltunnelsyndroom (beknelling van de middelste handzenuw). Dit is geen volledige lijst. (bron22)

    In mijn gratis eBook heb ik een lijst van producten opgesomd die Aspartaam (E951) en Acesulfaam-K (E950) bevatten. Je kunt het hier gratis downloaden.

    Bronnen:
    1. Canadian Medical Association, July 17, 2017 189 (28) E929-E939
    2. European Ramazzini Foundation
    3. Environmental Health Perspectives, 2006 Mar; 114(3): 379–385. doi: 10.1289/ehp.8711
    4. American Journal of Industrial Medicine
    5. Cytotechnology, 2014 Dec; 66(6): 875–881
    6. Folia Neuropathologica, 2013;51(1):10-7
    7. American Diabetes Association, 2009 Apr; 32(4): 688-694, doi.org/10.2337/dc08-1799
    8. Trends in Endocrinology and Metabolism. 2013 Sep;24(9):431-41. doi: 10.1016/j.tem.2013.05.005
    9. Journal of General Internal Medicine, 2012 Sep; 27(9): 1120–1126
    10. Research in Nursing and Health. 2014 Jun;37(3):185-93. doi: 10.1002/nur.21595
    11. Stroke. 2017;48:1139-1146
    12. Neurology, doi.org/10.1212/WNL.42.5.1000
    13. European Journal of Clinical Nutrition. 2008 Apr;62(4):451-62
    14. Newswise
    15. Biological Psychiatry. 1993 Jul 1-15;34(1-2):13-7
    16. The Annals of Pharmacotherapy. 2001 Jun;35(6):702-6
    17. Appetite. 2014 Dec;83:82-8. doi: 10.1016/j.appet.2014.08.003
    18. American Journal of Clinical Nutrition. 2015 Sep;102(3):648-54. doi: 10.3945/ajcn.114.100958
    19. The Atlantic, 26 juni 2016
    20. Medical Hypotheses. 2015 Oct;85(4):441-6. doi: 10.1016/j.mehy.2015.06.025
    21. National Kidney Foundation
    22. Texas Heart Institute J. 2004; 31(1): 105
    23. Dr. Axe.com

  • Biochemicus geneest 7-jarig dochtertje van autisme door het vermijden van smaakversterker E621

    E621 is een smaakversterker die net zo gevaarlijk is als Aspartaam en verschijnt onder verschillende namen op verpakkingen. Deze toevoeging heeft als doel jouw smaakpapillen te stimuleren en om jou meer zin te geven om producten te eten waar E621 in verwerkt is. Hierdoor eet je bijvoorbeeld een hele zak chips in één keer leeg.

    Een Amerikaanse biochemicus, dr. Katherine Reid, denkt een manier te hebben gevonden om autisme te genezen. [highlight]Het draait volgens haar allemaal om mononatriumglutamaat E621 (in het Engels: MSG). [/highlight]De omstreden smaakversterker wordt niet alleen gebruikt in de Chinese keuken (als ve-tsin), maar zit inmiddels in 5 procent van al het bewerkte voedsel, vaak zonder dat we het weten. In slechts 1 procent van de gevallen staat het ingrediënt daadwerkelijk op het etiket vermeld.

    Ontwikkelingsstoornissen gelinkt aan inname van overdosis glutamaat
    Volgens Reid zijn [highlight]veel ontwikkelingsstoornissen zoals autisme mogelijk gelinkt aan de inname van glutamaat.[/highlight] “We hebben glutamaatreceptoren in ons lichaam en 50 procent van ons zenuwstelsel wordt gestimuleerd door glutamaat, dus er is een gedoseerde hoeveelheid nodig om te functioneren,” vertelde Reid. “Het draait allemaal om balans. Er zijn ontzettend veel wetenschappelijke studies die vele ziektes in verband brengen met een onbalans in de verhouding glutamaat tot neurotransmitters in het menselijk lichaam. [highlight]Het gaat daarbij niet alleen om autisme, maar een aantal verschillende neurologische aandoeningen. [/highlight]Er is een connectie met deze onbalans.”

    Neem nu Brooke, de 7-jarige dochter van Reid. Toen ze twee jaar oud was vertoonde ze tekenen van autisme: woede-uitbarstingen, repetitief gedrag, communicatieproblemen en spijsverteringsproblemen. Reid nam eerst het dieet onder de loep. Ze dacht dat gluten en zuivelproducten de boosdoener waren, tot ze las over mononatriumglutamaat en de rol ervan in ons lichaam. [highlight]Bij een teveel van deze smaakversterker raakt het zenuwstelsel verstoord. [/highlight]Ze ontdekte ook dat glutamine in E621 die onbalans kan versterken.[highlight] Ze gaf Brooke alleen nog maar voedsel zonder E621 en sindsdien zijn de symptomen “geheel verdwenen”[/highlight]. De smaakversterker wordt tegenwoordig zelfs al gevonden in tandpasta.

    Biochemicus geneest 7-jarig dochtertje van autisme door het vermijden van smaakversterker E621

    “Ik probeerde het bij haar en bij mezelf. Brooke begon beter te communiceren en te praten. Ze werd socialer en haar repetitieve gedrag verdween al snel nadat we waren begonnen met het nieuwe dieet,” legde Reid uit. [highlight]”Ik voelde me ook een stuk gezonder. Ik had minder last van hoofdpijn en allergieën.”[/highlight]

    Reid zegt dat 74 van de 75 autistische kinderen waar ze mee heeft gewerkt (bron) verbeteringen lieten zien na de dieetverandering. Ze hoopt dat haar ervaringen invloed zullen hebben op de manier waarop we aankijken tegen autisme.

    Codewoorden voor smaakversterker E621
    Smaakversterker E621 kan onder verschillende namen op verpakkingen staan: mononatriumglutamaat, glutamaat, glutamaatzuur, plantaardige gehydrogeneerde oliën en vetten, gehydrogeneerde eiwitten, gelatine, calcium- of natriumcaseïnaat, toegevoegde gist, gistextract, monokaliumglutamaat en sommige maïsoliën.

    [highlight]Namen die vaak ook bedoeld zijn om E621 te verbergen zijn[/highlight]: moutextracten voor voedingsdoeleinden, bouillons, moutaroma’s, kunstmatige aroma’s, natuurlijke aroma’s, natuurlijke aroma’s van varken of kip, specerijenextracten, eiwitten uit tarwe, vaak “overige kruiden of specerijen”, maltodextrine, sojasaus, producten die gefermenteerd of verrijkt zijn met eiwitten, citruszuur (ook geconcentreerd), maïssiroop, karamelaroma (gebruikt voor de kleur). De volgende producten zouden E621 kunnen bevatten: soja-eiwitten (ook geconcentreerd), soja-eiwit isolaat, eiwitten uit tarwe (ook geconcentreerd), carrageen, enzymen, melkeiwitten (soms verrijkt) of zelfs nog rijsteiwitten of havereiwitten.

    Dr. Blaylock: mononatriumglutamaat (E621) is een gevaarlijke toevoeging
    Dokter Blaylock, wereldwijd erkend als expert op het gebied van de gezondheidsrisico’s door voedseltoevoegingen, heeft in 2007 in één van zijn talrijke interviews gezegd dat er [highlight]genoeg bewijzen zijn voor de stelling dat aspartaam en mononatriumglutamaat gevaarlijke toevoegingen [/highlight]zijn. Zou men deze excitotoxische toevoegingen nu verbieden, dan gaan we, aldus Blaylock, een sterke daling zien van obesitas, verscheidene kankers, zenuwaandoeningen zoals Alzheimer, Parkinson, autisme en hyperactiviteit.

    Unox Noodles met smaakversterker Mononatriumglutamaat E621

    In welke voedingsproducten zit de neurotoxische smaakversterker E621?
    In mijn gratis eBook “E-nummers en gezondheidsrisico’s” heb ik een lijst opgesomd van producten waarin smaakversterker E621 is verwerkt. Het zit o.a. in Aromat van Knorr, Conimex Mixjes, Doritos, Maggi bouillons, Struik maaltijden, Silvio kruidenmix, Unox Good Noodles, Croma bak & braad en vele, vele anderen. Je kunt het hier gratis downloaden.

    Bron: Fox News

     

    In geval van verwijdering bronartikel door onbekende oorzaken is de link naar de bron ook te vinden op mijn beveiligde server in .PNG formaat: Biochemicus geneest 7-jarig dochtertje van autisme door het vermijden van smaakversterker E621.png

  • Waarom niet alle goedgekeurde E-nummers veilig hoeven te zijn

    De EFSA (European Food Safety Authority), te vergelijken met de Amerikaanse FDA (Food and Drug Administration) is een overheidsorgaan dat verantwoordelijk is voor de veiligheid van E-nummers in onze voeding. Daarnaast is het verantwoordelijk voor de veiligheid van geneesmiddelen, landbouwgif en kunstmest in Europa. De aanleiding voor het oprichten van de EFSA in 2002 was de internationale voedselcrisis in de jaren ’90 (door dioxine en de gekkekoeienziekte, BSE) waardoor het vertrouwen van de consument in voeding werd ondermijnd. Het is grappig dat beide oorzaken afkomstig zijn van de voedingsindustrie. Dioxine werd geproduceerd door Monsanto, die inmiddels de chemie-onderdelen heeft verkocht en nu actief is in landbouwgiffen, kunstmest en GGO’s. En van BSE zijn er aanwijzingen dat deze ziekte door de industrie is veroorzaakt.

    EFSA kopieert rapporten van Aspartaam fabrikant Monsanto
    [highlight]Ondanks de overvloed aan rapporten en klachten die de onveiligheid van Aspartaam (E951) aantonen, keurde de EFSA het gebruik ervan goed. De Europese keuringsinstantie weigerde andere studies te bestuderen, dan de studie die de producent van Aspartaam, Monsanto, zelf uitgevoerd en ter goedkeuring voorgelegd had. Sterker nog, in het EFSA rapport over Aspartaam werden grote delen van het Monsanto rapport gekopieerd en geplakt.[/highlight] Zou een auteur dit doen met het werk van een bedrijf of een collega, zou hij worden aangeklaagd voor plagiaat. (bron) De Britse professor Erik Millstone, een toonaangevende voedingsexpert, zei in mei 2013 in “Mail Online” dat EFSA’s mening “beïnvloed” en “intens gebrekkig” is. (bron)

    Invloed van Aspartaam fabrikant Monsanto op EFSA blijkt groot
    [highlight]De invloed van Monsanto op een overheidsorgaan als de EFSA blijkt enorm groot.[/highlight] Wanneer men naar het zogenaamde “draaideur effect” kijkt, is dat heel begrijpelijk. Het draaideur effect is het fenomeen dat leidinggevenden van de industrie in dienst treden van de overheid en daar in commissies plaatsnemen, om na een aantal jaar weer terug naar het bedrijfsleven te gaan. De deur draait ook de andere kant op: na een dienstbetrekking bij de overheid stapt iemand over naar de industrie en gaat daar bijvoorbeeld als lobbyist werken (hij kent immers de meeste mensen bij het overheidsdepartement). Voor een bedrijf is het ideaal als deze persoon na een aantal jaren weer een overheidsfunctie op zich neemt.

    EFSA in opspraak voor belangenverstrengeling
    [highlight]De EFSA is al diverse keren voor belangenverstrengeling in opspraak geweest, heeft beterschap beloofd om deze verstrengeling te voorkomen en is ondanks deze beloftes toch weer de fout in gegaan door de benoeming van mensen uit de industrie. [/highlight]Daarnaast deed de instantie niets om het draaideur effect tegen te gaan. Ter illustratie volgen enkele voorbeelden.

    1. Nadat ze als wetenschappelijk coördinatrice van het GGO panel bij de EFSA wegging, accepteerde de Belgische Suzy Renckens in 2008 een leidinggevende positie bij Syngenta, een biotechnologisch bedrijf. Dr. David Carlander uit Zweden was Scientific Offreer bij de EFSA en werkte in die hoedanigheid aan richtlijnen voor het gebruik van nanotechnologie in voeding. Terwijl hij in 2011 voor de EFSA werkte, trad hij nog in datzelfde jaar in dienst van de Nanotechnologie Industries Association (NIA), waar een aanzienlijk deel van zijn werk uit lobbyen zou bestaan. (bron) Zowel Renckens als Carlander waren hiermee in overtreding van het reglement van de EFSA. Artikel 16 zegt o.a. “Als deze beroepsbezigheden (binnen 2 jaar na het beëindigen van de betrekking bij de EFSA) verband houden met het werk tijdens de laatste drie jaar van de dienst die de ambtenaar heeft verricht en kunnen leiden tot een conflict met de legitieme belangen van de instelling, kan het tot aanstelling bevoegde gezag, gelet op de belangen van de dienst, ofwel hem verbieden de activiteit aan te gaan of haar goedkeuring geven onder enige voorwaarden die ze gepast acht.” Na de ophef als gevolg van het vertrek van Renckens naar de industrie, kreeg Carlander, anders dan bij Renckens, een communicatiebeperking met EFSA leden van een jaar opgelegd. (bron) De Europese Ombudsman, P. Nikiforos Diamandouros, tikte de EFSA inzake de affaire Renckens op de vingers. Diamandorous vond dat de EFSA in gebreke was, doordat ze geen actie ondernam en verzocht de instelling om haar regels en procedures t.a.v. onderhandelingen van haar staf met de industrie over “draaideur” banen te herzien.

    2. In 2010 was er de affaire met de Hongaarse [highlight]dr. Diana Banati die naast haar functie als directievoorzitster van de EFSA ook lid bleek te zijn van de raad van bestuur van het ILSI (International Life Sciences Institute), een lobbygroep van grote voedsel- en chemiefabrikanten en farmaceuten[/highlight]. Toen haar nevenfunctie aan de kaak gesteld werd, eiste de EFSA in 2010 dat ze vanwege belangenverstrengeling bij het ILSI weg moest gaan, hetgeen ze deed, al was het niet voor lang. In 2012 bood het ILSI haar een leidinggevende positie aan met als verwacht doel om met de bij het EU lichaam opgebouwde kanalen biotech-reuzen en andere voedingsindustrie bedrijven te helpen, om het beleid voor GGO’s wereldwijd te beïnvloeden. De EFSA verzocht haar daarop haar functie bij de EFSA neer te leggen. (bron) Voor critici is de aanbieding van het ILSI een bewijs dat dr. Banati haar banden met het ILSI nooit werkelijk verbroken heeft. Het is saillant dat ondanks het gedwongen neerleggen van haar bestuursfunctie bij de EFSA vanwege de belangenverstrengeling door haar werk voor het ILSI, ze aanbleef als voedingsadviseur voor de Hongaarse regering. Net als voor de EFSA kan door haar lobby werk voor het ILSI een onafhankelijk advies aan die regering nooit mogelijk zijn.

    3. [highlight]In 2011 kwam aan het licht dat maar liefst vier directieleden van de EFSA financiële bindingen met de voedingsindustrie hadden[/highlight]: de Duitse prof. Matthias Horst (die de voornaamste lobbyist is voor de Duitse voedingsmiddelenindustrie, de BVE – Bundesvereinigung der Deutschen Ernahrungsindustrie), de Tsjech Jïfi Ruprich (met financiële banden met de Franse voedsel gigant Danone), de Belg Piet Vanthemsche (met een leidinggevende functie in Agri Investment Fund dat belangen heeft in de vleesindustrie en in genetisch gemodificeerde diervoeding) en de Slowaak dr. Milan Kovac (directeur bij ILSI Europe). (bron) [highlight]De beroering die deze onthulling teweeg bracht, had ten gevolge dat het Europees Parlement de EFSA op de vingers tikte met de vermaning om beter op belangenverstrengeling te letten.[/highlight]

    Hoewel de EFSA beterschap beloofde, bleek dat niet uit het voorstel Mella Frewen als opvolger van prof. Matthias Horst aan te stellen, terwijl zij de voornaamste lobbyist voor Monsanto was, om genetisch gemanipuleerde gewassen die in Europa verboden waren, goedgekeurd te krijgen. [highlight]Het Europees parlement hield de benoeming tegen. [/highlight](bron)

    4. Een rapport van waakhond Corporate Europe Observatory meldde in juni 2011 dat van de 20 leden van het ANS panel (Food Additives and Nutriënt Sources Added to Food) van de EFSA, dat al of niet goedkeuring aan voedsel additieven verleent, er zes actief voor het ILSI werkten, waaronder de voormalig (vice-)voorzitster, professor Ivonne Rietjens van de WU Agrotechnology & Food Sciences in Wageningen. Vier ervan hadden hun activiteiten voor het ILSI niet gemeld, een nalatigheid die tot ontslag leiden kan, maar het niet deed. (bron)

    5. Drie leden (Angelo Moretto, Alan Boobis en Thedorus Broek) van het PPR panel (Plant Protection Products and their Residues, EFSA’s Pesticiden Panel) hadden nauwe betrekkingen met het ILSI. Van het GGO panel dat in 2009 de genetische gemodificeerde aardappel (de Amflora aardappel) goedkeurde, hadden vijf leden banden met het ILSI: Harry Kuiper, Gijs Kleter, Hans Christer Anderson, Jeremy Sweet en Jean-Michel Wal. (bron) Nog zeven anderen hadden connecties met de industrie. In totaal was er bij 12 van de 21 leden sprake van belangenverstrengeling zoals door de OESO gedefinieerd is. (bron)

    6. Van het CEF panel (Food Contact Materials, Enzymes, Flavourings and Processing Aids: Voedingscontactmaterialen, Enzymen, Smaakstoffen en Proces hulpmiddelen, EFSA’s voedselverpakkingspanel) hadden vier mensen banden met het ILSI. Zo maakte dr. Roland Franz, een Fraunhofer chemicus, deel uit van de wetenschappelijke commissie van ILSI in 2012 terwijl hij tegelijkertijd werkzaam was voor het EFSA’s CEF panel. Hetzelfde was een jaar eerder het geval met professor Jean Claude Lhuguenot. Beiden gaven deze nevenactiviteiten niet op. (bron)

    7. In 2011 onthulde het Pesticide Action Network (PAN) Europe in een rapport dat 8 van de 13 leden van het TTC panel (Threshold of Toxicological Concern – het panel dat drempelwaarden voor giftige stoffen vaststelt) formele connecties met het ILSI hadden. TTC is een initiatief vanuit de industrie om normwaarden vast te stellen, zodat goedkeuring kan worden verkregen zonder toxicologische testen. Deze normwaarden worden niet door echte testen vastgesteld, maar door wiskundige waarschijnlijkheidsmodellen. Dat scheelt de industrie tijd en geld van een echte test. Uit een in LeMonde gepubliceerde interne e-mail blijkt dat de voorzitster van dit panel, Susan Barlow, een flinke stem had in de aanstelling van de panelleden. Barlow is in dienst van ILSI en schreef in 2005 zelfs de brochure “Threshhold Toxicological Concern” voor de lobbygroep. (bron)

    8. Terwijl de WHO adviseert om in de strijd tegen overgewicht het suikergebruik te beperken, [highlight]schreef EFSA’s NDA panel (Dietetic Products, Nutrition and Allergies) in 2011 dat suiker geen noemenswaardige invloed zou hebben op obesitas[/highlight]. (bron) In de [highlight]Franse documentaire[/highlight] Sucre, comment l’industrie vous rend accros, méthodes de trafiquants de drogue? Constatez vous-même ([highlight]”Suiker: hoe de industrie u verslaafd maakt. Methoden van drugssmokkelaars? Constateer het zelf”[/highlight]) kwam aan het licht dat de voorzitter van deze commissie, professor Albert Flynn, al sinds 2003 lid is van Kraft Foods Worldwide Health & Wellness Advisory Council, een adviesraad van Kraft Foods, de producent van onder meer (zoete) koekjes. Desgevraagd zei Flynn dat hij niet wist wie de studies waarop de EFSA haar conclusies baseerde, had gefinancierd. Twee ervan bleken door de industrie zelf gefinancierd te zijn. De vicevoorzitter van dit panel is Henk van Loveren, die als adviseur/consulent voor immunomodulatie markers met ILSI verbonden is. (bron) Bij zijn collega panellid Peter B. Farmer is er als lid van het Biomonitoring Technical Committee ILSI/HESI, ook al sprake van belangenverstrengeling. In hetzelfde panel heeft Hans Verhagen niet alleen ILSI banden als spreker, hij is ook verbonden aan het BRAFO project (Benefit-Risk Analysis of Foods) dat door ILSI gecoördineerd wordt. (bron)

    Regulerende instanties zoals EFSA hebben innige banden met voedingsindustrie
    [highlight]Het probleem met regulerende instanties zoals de EFSA, het European Medicines Agency (EMA) en de FDA is dat mensen die daar werkzaam zijn, vaak een achtergrond in de voedingsindustrie hebben en daardoor niet neutraal zijn. [/highlight]Professor John Abraham van de universiteit van Sussex beschreef het als volgt in The Lancet: “… vele senior toezichthouders met een achtergrond in de industrie kunnen waarden in de instelling brengen die welwillend voor farmaceutische bedrijven zijn, vooral als ze hun loopbaanontwikkeling in termen van toekomstige promotie in deze industrie zien.” Abraham beschrijft een bekend fenomeen, het eerder genoemde “draaideur” effect: mensen werken eerst in de industrie, dan bij een overheidsinstelling, om vervolgens met de kennis van de structuur, personeel en procedures van die instelling en mogelijk met bevriende werknemers aldaar terug te keren in de industrie. En met bekenden of zelfs vrienden bij de instelling is het veel makkelijker werken.

    Wetenschappelijke onderzoekers hebben belangen in de farmaceutische industrie
    De invloed van de industrie bij regulerende commissies of adviesgroepen is zeer groot. In 1996 had slechts 25% van de leden van een regulerende instelling zoals de Britse Committee on Safety of Medicines (CSM), de adviseur van de Medicines Control Agency (MCA – de Britse equivalent van de FDA, met dat verschil dat de MCA 100% gefinancierd wordt door de industrie) geen banden met de farmaceutische industrie. Van de overige 23 leden van de adviesgroep hadden drie belangen in ten minste 20 farmaceutische bedrijven, zeven in ten minste 10 en 20 in ten minste vijf.

    Over het beleid bij organisaties als de EFSA en FDA schreef professor Abraham: “Regelgeving is vooral belangrijk omdat de risico-baten analyse van geneesmiddelen een hoge mate van technische onzekerheid heeft, die inherent is in de toxicologie, klinische studies en epidemiologie. Daarom is het cruciaal om te weten hoe ver toezichthouders bereid zijn om de fabrikant het voordeel van de wetenschappelijke twijfel over de veiligheid en werkzaamheid van hun product te geven. Sterker nog, toezichthouders belonen te vaak consequent de industrie met het voordeel van wetenschappelijke twijfel bij de toetsing van producten.” De invloed van de industrie is zo groot dat ze wetgevers ertoe gebracht heeft om weinig of geen toegang te verlenen aan het goedkeuringsproces. De overheden in diverse Europese landen, waaronder Engeland, Nederland, Frankrijk en Duitsland, hebben hierin toegestemd, om de bedrijfsgeheimen te beschermen. Bij het opvragen van een document over de toelatingsprocedure, is een heleboel zwart gemaakt in het kader van het bedrijfsgeheim.

    Professor Abraham concludeert: “De huidige medicijn-regulerende systemen zijn onvoldoende robuust in hun politieke relaties met de farmaceutische industrie, omdat ze juiste publieke verantwoording voorkomen, zeer kwetsbaar voor de grip van industrie zijn en toestaan dat wetenschappelijke deskundigen van de industrie uitgebreide belangenconflicten hebben, terwijl ze hun advies als expert verstrekken.” (bron)

    De voedingsindustrie heeft door middel van vertegenwoordigers op haar loonstaat een stevige invloed op wat regulerende instanties zoals de EFSA bepalen.

    In mijn [highlight]gratis eBook[/highlight] vind je een lijst van alle E-nummers en bijbehorende gezondheidsrisico’s en landen waar ze zijn verboden. Je kunt het hier gratis downloaden

    Bronnen:
    HolisticMed.com: EFSA kopieert rapport over Aspartaam 1 op 1 van Monsanto
    DailyMail.co.uk: prof. Erik Millstone van University of Sussex linkt kanker aan het gebruik van Aspartaam in Cola light
    Nanotechia.org: Dr. David Carlander werkt voor zowel EFSA als bij NIA, een lobbyorganisatie voor de voedingsindustrie
    – CorporateEurope.org: EFSA beschuldigd van belangenverstrengeling
    – CorporateEurope.org: Europees Parlament houdt benoeming tegen van ex-Monsanto medewerker in EFSA Raad van bestuur
    – CorporateEurope.org: belangenverstrengeling bij EFSA experts die adviseren over toevoegingen in voedsel
    – CorporateEurope.org: EFSA rapport concludeert dat suiker geen invloed heeft op obesitas
    VrijNederland (vn.nl): Europese controleurs in opspraak
    TheLancet: wetenschappelijke onderzoekers hebben belangen in de farmaceutische industrie

Back to top button