Chronische ziekten

  • Afvallen verlaagt kans op kanker

    Afvallen levert je een extraatje op: je hebt ook minder kans kanker te krijgen. Terwijl je de kilo’s kwijtraakt, vermindert ook het gehalte van de eiwitten die nodig zijn voor de groei van sommige kankersoorten, hebben onderzoekers ontdekt.

    Mensen met overgewicht of obesitas die afvallen, verminderen daarmee ook het gehalte van drie eiwitten die angiogenese stimuleren: de vorming van bloedvaten die tumoren van bloed voorzien, waardoor ze kunnen groeien. Onderzoekers van het Fred Hutchinson Onderzoekscentrum naar Kanker ontdekten dit extra voordeel van afvallen toen ze de gezondheid van 439 vrouwen na de overgang volgden. Deze vrouwen hadden allemaal overgewicht en doorliepen een jaar lang verschillende afvalprogramma’s, die bestonden uit lichaamsbeweging en/of een dieet. De vrouwen die het meest afvielen, hadden ook een lager gehalte van de drie kankerstimulerende eiwitten.

    Het is [highlight]al langer bekend dat mensen die overgewicht hebben, weinig bewegen en veel zitten, meer kans hebben op kanker[/highlight]. Nu denken wetenschappers te begrijpen waarom dat zo is. Afvallen is een effectieve manier om kanker te voorkomen, denken ze.

    Bron: Cancer Research, 2016; 76(14): 4226-35

  • Verband tussen ontstoken tandvlees en beroerte

    Er blijkt een verband te bestaan tussen ontstoken tandvlees en ontstekingen in de hersenen. Oudere mensen met parodontitis of ontstoken tandvlees krijgen vier keer zo vaak een beroerte.

    Chronische parodontitis en lacunaire infarcten, een klein infarct in het centrale deel van de hersenen, komen veel voor bij ouderen, en ze lijken samen te hangen, aldus onderzoekers van de Spaanse Universiteit van Santiago de Compostela. Lacunaire infarcten vormen een kwart van alle herseninfarcten, en ze ontstaan door afsluiting van een bloedvat dat de hersenen van bloed moet voorzien.

    Ze ontdekten het verband toen ze 62 mensen met chronische parodontitis onderzochten. Ze weten echter niet precies hoe het verband in elkaar steekt. Is een lacunair infarct het gevolg van parodontitis, of zijn het allebei manifestaties van hart- en vaatziekten, zoals hoge bloeddruk, diabetes of een hoog cholesterolgehalte? Toch is het [highlight]goed om te beginnen met het behandelen van chronische parodontitis[/highlight], vooral als het om ouderen gaat, zeggen ze. Dat [highlight]kan ontsteking in het hele lichaam verminderen en daardoor ook de kans op een lacunair infarct of een beroerte verkleinen[/highlight].

    Bron: European Journal of Neurology 23 (10), 1572-1579

  • Twee suikerhoudende dranken per dag verdubbelen kans op ernstige vorm van diabetes

    We weten allemaal wel dat suikerhoudende dranken overgewicht en diabetes type 2 kunnen veroorzaken, maar ze kunnen nog meer schade aanrichten. Het drinken van twee of meer gezoete dranken per dag kan een ernstiger vorm van diabetes veroorzaken, waarbij patiënten dagelijks insuline moeten spuiten.

    Suiker of kunstmatige zoetstoffen even erg
    Het [highlight]maakt voor het risico niet uit of de dranken met suiker zijn gezoet of dat het ‘light’-dranken betreft, die kunstmatige zoetstoffen bevatten[/highlight]. Slechts twee of meer blikjes of flesjes per dag leegdrinken zorgt al voor een ruim twee keer zo grote kans op LADA: latent autoimmune diabetes in adults, een auto-immuunvorm van diabetes op latere leeftijd, die zich kan ontwikkelen tot type 1 met bepaalde kenmerken van type 2 (daarom wordt LADA soms diabetes type 1,5 genoemd). Het [highlight]drinken van twee keer 200 ml gezoete cola of cola light veroorzaakt 2,4 keer zoveel kans op LADA[/highlight], zeggen onderzoekers van het Karolinska Instituut in Zweden.

    Ze onderzochten het voedingspatroon van 357 mensen die de diagnose LADA hadden, en vergeleken dat met 1136 patiënten met diabetes type 2 en 1371 gezonde volwassenen zonder diabetes. Het kan zijn dat de gesuikerde dranken insulineresistentie veroorzaken, het kenmerk van diabetes. En de lightversie kan de darmbacteriën beïnvloeden, wat tot glucose-intolerantie leidt, aldus de onderzoekers.

    Bron: European Journal of Endocrinology, 2016; 175: 605-14

  • Kunstlicht in de nacht veroorzaakt ouderdomsziekten

    Kunstlicht in onze huizen en kantoren blijkt een mogelijke, tot nu toe onbekende oorzaak te zijn van ouderdomsziekten die invloed hebben op het opstaan en lopen, zoals osteoporose (botontkalking) en het verlies van spiermassa. Het goede nieuws is dat de symptomen zich herstellen als we vaker de lampen uitdoen als het donker wordt. Het verband is [highlight]vooral van belang voor verpleeghuizen en IC-afdelingen, waar de lampen bijna altijd branden[/highlight], aldus onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum.

    Kunstlicht verstoort het natuurlijke dag- en nachtritme
    Ze schatten dat 75 procent van de wereldbevolking ‘s-nachts aan kunstlicht wordt blootgesteld. Dat verstoort het natuurlijke dag- en nachtritme dat zo belangrijk is voor onze gezondheid. Verlies van ons bioritme kan allerlei ziekten teweegbrengen die bij veroudering horen en die wankelheid en zwakheid veroorzaken. Denk aan ontstekingen, verlies van spiermassa en botontkalking. Veel mensen denken dat blootstelling aan licht niet van invloed is op onze gezondheid, maar talloze studies laten zien dat we periodes van duisternis nodig hebben, aldus de onderzoekers.

    Ze voerden hun onderzoek uit bij laboratoriummuizen die 24 weken lang continu aan licht werden blootgesteld. De onderzoekers zagen dat hun biologische klok 70 procent van zijn sterkte verloor. Als gevolg daarvan [highlight]gingen hun botten achteruit en hun immuunsysteem verslechterde op dezelfde manier als bij iemand die aan ziekteverwekkende of andere schadelijke stoffen wordt blootgesteld[/highlight]. De symptomen verdwenen binnen twee weken nadat de muizen weer aan een normaal dag- en nachtritme werden blootgesteld.

    Bron: CELL/Current Biology, 2016; 26(14): 1843-53

  • Peterselie en dille als natuurlijke en veilige chemo

    In peterselie en dille zitten stoffen die tegen kanker helpen. Daarom zouden ze een natuurlijker en veiliger alternatief zijn voor chemotherapie, aldus Russische wetenschappers. De stoffen vormen de bouwstenen voor een isoflavoon (plantaardig oestrogeen) dat de snelle deling van kankercellen blokkeert. [highlight]De stoffen zijn bestanddelen voor glaziovianine A, een kankerremmende stof die de celdeling tegengaat[/highlight].

    De cellen van een melanoom delen zich bijvoorbeeld elke drie dagen, terwijl gezonde cellen in die tijd slechts met 15 procent toenemen. Glaziovianine A vertraagt de celdeling, net zoals chemotherapie doet. Maar de stof is moeilijk te verkrijgen en moet allerlei bewerkingsprocessen doorlopen voordat het als medicijn kan worden gebruikt. Eén van de belangrijkste bronnen is het blad van een Braziliaanse boom.

    Nu zeggen wetenschappers van het PhysTech Instituut in Moskou dat ze [highlight]dezelfde stoffen hebben aangetroffen in de zaden van peterselie en dille[/highlight]. De wetenschappers hebben de werking van het isoflavoon getest op de embryo’s van zee-egels en op menselijke kankercellen, waaronder long-, prostaat-, borst-, dikkedarm-, eierstokkanker en melanoom (pigmentkanker). En met succes.

    Bron: Journal of Natural Products, 2016; 79(5): 1429

  • Aangepast roggebrood geschikt voor PDS-patiënten

    Goed nieuws voor patiënten met het prikkelbaredarmsyndroom (PDS): je kunt een bepaald soort roggebrood eten zonder last te krijgen van de gebruikelijke symptomen, hebben onderzoekers ontdekt.

    PDS-patiënten die roggebrood eten met weinig FODMAP’s (fermenteerbare oligo-, di-, monosacchariden en polyolen: bepaalde typen koolhydraten) hebben [highlight]minder klachten, zoals buikpijn, diarree en obstipatie[/highlight]. Onderzoekers van de Universiteit van Helsinki gaven 87 PDS-patiënten over een periode van vier weken twee soorten roggebrood: de standaard versie en een FODMAP-beperkte versie. Halverwege de periode wisselden ze de twee soorten brood.

    Het standaardroggebrood veroorzaakte alle gebruikelijke klachten, maar deze waren minder als de patiënten het aangepaste brood aten. [highlight]De onderzoekers denken dat PDS-patiënten, om helemaal klachtenvrij te zijn, een zeer streng dieet moeten volgen zonder fruit en granen[/highlight]. Maar aangezien iedereen vezels nodig heeft, en mensen met PDS daar al veel minder van eten, zou het aangepaste roggebrood weleens een goede manier kunnen zijn om toch meer vezels binnen te krijgen.

    Bron: Alimentary Pharmacology & Therapeutics, 2016; 44: 460-70

  • Tekort vitamine B12 verklaart autisme en schizofrenie

    Vitamine B12 lijkt te verklaren hoe hersenaandoeningen als autisme en schizofrenie ontstaan. De hoeveelheid vitamine B12 in de hersens van kinderen met autisme is drie keer zo laag als die bij gezonde kinderen en gezonde volwassenen tot vijftig jaar. Ook bij patiënten met schizofrenie werden dezelfde lage hoeveelheden vitamine B12 aangetroffen. Dat wijst erop dat [highlight]beide ziekten samenhangen met een vroegtijdige afname van de vitamine[/highlight].

    Onderzoekers van de Nova South-Eastern Universiteit legden het verband toen ze het hersenweefsel van gezonde donoren analyseerden en vergeleken met dat van mensen met autisme of schizofrenie. In de hersenen van oudere mensen, tussen de 61 en 80 jaar, werden dezelfde lage hoeveelheden aangetroffen: ze hadden meestal drie keer zo weinig vitamine B12 in hun hersenen als gezonde jongere mensen. Onderzoekers denken dat dit bij ouderen natuurlijk is en niet betekent dat deze mensen dementie zullen ontwikkelen.

    Methylcobalamine, een actieve vorm van B12, ondersteunt de normale ontwikkeling van de hersenen door het regelen van een proces dat epigenetische regulatie van genexpressie heet. Autisme en schizofrenie worden in verband gebracht met oxidatieve stress, waarbij vrije radicalen zich door het lichaam verspreiden, die de hoeveelheid vitamine B12 kunnen uitputten. [highlight]Onderzoekers denken dat B12-supplementen en antioxidanten zoals glutathion oxidatieve stress kunnen voorkomen, waardoor de hoeveelheid vitamine niet uitgeput raakt[/highlight].

    Bron: PLOS ONE, 2016; 11(1): e0146797

  • Maagzuurremmers vergroten kans op chronische nierziekte

    Maagzuurremmers, de zogeheten protonpompremmers, behoren tot de meest gebruikte geneesmiddelen en werden altijd als relatief veilig beschouwd. Maar nieuw onderzoek heeft aangetoond dat ze de kans op chronische nierziekte vergroten.

    Het risico neemt toe naarmate de dosering hoger is. Mensen die twee tabletten per dag slikken, hebben 1,46 keer meer kans op chronische nierinsufficiëntie, mensen die één dosering per dag nemen 1,15 keer. Onderzoekers van de Amerikaanse Johns Hopkins Universiteit ontdekten dit toen ze de gezondheid van 10.482 mensen met een gemiddelde leeftijd van 63 jaar in kaart brachten.

    Sommige maagzuurremmers zijn zonder recept bij de drogist verkrijgbaar. Ze worden gebruikt bij maagklachten (brandend maagzuur) en om maagklachten te voorkomen als iemand bijvoorbeeld niet-steroïde ontstekingsremmers (NSAID’s) gebruikt. Voorbeelden van protonpompremmers zijn omeprazol en esomeprazol.

    Bron: JAMA Internal medicine, 2016; 176(2): 238-46

  • Hartslagverlagende medicijnen kunnen leiden tot hart- en vaatziekten en een vroegtijdige dood

    Een hartslag die van nature ongewoon laag is, zal geen hartziekte veroorzaken, maar medicijnen die de hartslag verlagen doen dat soms wel. Geneesmiddelen zoals bètablokkers en calciumantagonisten kunnen tot hart- en vaatziekten en een vroegtijdige dood leiden, blijkt uit nieuw onderzoek.

    Mensen met een bradycardie, een hartstlag van 50 of lager, hebben niet meer kans op een hartziekte, aldus onderzoekers van het Amerikaanse Wake Forest Baptist Medisch Centrum. Het was tot nu toe niet duidelijk of bradycardie tot hartziekte kon leiden, maar de onderzoekers zeggen dat er geen verband is. ‘Voor het overgrote deel van mensen met een hartslag in de 40 of 50 die verder geen klachten hebben, is de prognose heel goed,’ zegt hoofdonderzoeker Ajay Dharod. ‘Onze resultaten zijn geruststellend voor de mensen die asymptomatische bradycardie hebben’ (een lage hartslag zonder klachten).

    De onderzoekers keken tien jaar lang naar de gezondheid van 6733 mannen en vrouwen in de leeftijd van 45 tot 84 jaar. Sommige van hen gebruikten medicijnen tegen hoge bloeddruk. Terwijl [highlight]degenen met bradycardie geen hart- en vaatziekten ontwikkelden, gebeurde dat bij degenen die medicijnen slikten soms wel. Ook hadden ze meer kans te overlijden[/highlight].

    Typische kenmerken van een bradycardie zijn duizeligheid, kortademigheid, flauwvallen of pijn op de borst.

    Bron: JAMA Internal Medicine, januari 2016; doi: 10.1001/jamainternmed.2015.7655

  • Bewerkte voeding en fastfood verdubbelen kans op longkanker bij niet-rokers

    Roken is de voornaamste oorzaak van longkanker, maar het gangbare Westerse dieet van bewerkte voedingsmiddelen kan het risico op de ziekte verdubbelen bij mensen die nooit hebben gerookt.

    Voedingsmiddelen met een hoge glycemische index (GI), zoals bewerkte voedingsmiddelen en fastfood, zijn nog onbekende veroorzakers van longkanker. Het eten van veel groenten en fruit daarentegen kan mensen tegen de ziekte beschermen, aldus de onderzoekers. Het risico werd ontdekt toen de voedingsgewoonten van 1905 mensen die onlangs de diagnose longkanker hadden gekregen, werden vergeleken met die van 2413 gezonde mensen. De kans op longkanker was gemiddeld 49 procent hoger bij mensen die voedsel met een hoge GI aten. Maar de kans verdubbelde bij mensen die nooit hadden gerookt, aldus onderzoekers van het MD Anderson Kankercentrum van de Universiteit van Texas.

    Wit brood, chips, koekjes, ontbijtgranen
    Hun ontdekkingen [highlight]verklaren waarom een groeiende groep van niet-rokers longkanker ontwikkelt[/highlight], zeggen ze. Voedingsmiddelen met een hoge GI zijn bijvoorbeeld [highlight]suikerrijke producten, wit brood en witte rijst, chips, koekjes en cakes en de meeste commerciële ontbijtgranen[/highlight]. Deze voedingsmiddelen veroorzaken een plotselinge piek in het bloedsuikergehalte, waardoor de hoeveelheid insuline toeneemt.

    Bron: Cancer Epidemiology Biomarkers & Prevention, 2016; 25(3): 532

Back to top button