Kanker

  • Hormoonspiraaltjes, mammografie en haarverf vergroten kans op borstkanker

    Bij vrouwen die ooit een hormoonspiraaltje hebben gebruikt, is het risico op borstkanker met 52 procent verhoogd. Haarverf verhoogt het risico met 23 procent, zo is net ontdekt. Koperspiraaltjes zijn volgens Sanna Heikkinen van de Universiteit van Helsinki veel veiliger. Vrouwen die andere hormonale voorbehoedsmiddelen gebruiken, zoals de pil, hebben een 32 procent grotere kans op borstkanker.

    Alhoewel leeftijd en leefstijl nog steeds de grootste risicofactoren zijn, heeft Heikkinen ontdekt dat [highlight]spiraaltjes en de anticonceptiepil, alsmede haarverf en mammografieën ook verantwoordelijk zijn voor veel borstkankergevallen[/highlight]. Er lijkt ook een verband te bestaan met mammografieën die gemaakt worden bij het bevolkingsonderzoek borstkanker. In Finland, waar vrouwen al op jongere leeftijd meedoen aan het bevolkingsonderzoek dan in Nederland, onderzocht Heikkinen de gegevens van achtduizend vrouwen met borstkanker. Zij vergeleek de resultaten met die van twintigduizend gezonde vrouwen. De onderzoekster ontdekte dat 60 procent van de vrouwen met borstkanker voor hun vijftigste tenminste één mammografie had gehad.

    Opstapeling van bestralingsschade
    ‘Vrouwen zouden veel beter geïnformeerd moeten worden over de [highlight]gevaren van niet strikt noodzakelijke mammografieën, zoals de opstapeling van bestralingsschade[/highlight] en de mogelijke gevolgen van foute positieve of negatieve uitslagen,’ aldus Heikkinen.

    Bron: University of Helsinki, 8 maart 2017

  • Vragen en antwoorden over de HPV-vaccinatie

    De vragen komen van de website van het RIVM en aan de antwoorden van het RIVM zijn de antwoorden van de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken (NVKP) toegevoegd. De bronnen waarnaar in de NVKP antwoorden wordt verwezen, zijn te vinden in het HPV dossier.

    Vaccineren is een keuze én een eigen verantwoordelijkheid! Lees de bijsluiter en meld elke (ook elk vermoeden van) vaccinatieschade bij Bijwerkingencentrum Lareb!

    Zitten er gevaarlijke stoffen in het HPV-vaccin?
    RIVM: Nee, er zitten geen gevaarlijke stoffen in het HPV-vaccin.

    NVKP: In Nederland wordt het HPV vaccin Cervarix gebruikt. Cervarix is samengesteld met een nieuw adjuvans, AS04. Dit adjuvans is uitgekozen om te garanderen, dat Cervarix bij vrouwen een sterke en langdurige reactie van het immuunsysteem oproept. Het is een combinatie van 0,5 milligram aluminiumhydroxide en 50 microgram gezuiverd lipide-derivaat uit Salmonella Minnesota (3-O-desacyl-4’- monofosforyllipide A (MPL)3, geadsorbeerd op gehydrateerd aluminiumhydroxide (Al(OH)3.

    Aluminium is een neurotoxische stof die giftig is voor het zenuwstelsel en de hersenen. De concentratie van het aluminium in Cervarix is weliswaar binnen de normen van de Amerikaanse FDA. Aangetoond is echter dat aluminium gedrags- en geheugenstoornissen geeft, die een gevolg zijn van de dood van motorneuronen (aangetoond bij dieren) bij een dosis van 10 – 11 microgram/kg. Vaccinatie met Cervarix zal bij 11 jaar oude meisjes gemiddeld een belasting geven van ongeveer 34 microgram/kg! Neurologische bijwerkingen zijn dan ook te verwachten. Er verschijnen steeds meer artikelen over deze giftige stof. Zie ook: Journal of American Physicians and Surgeons, 2016, Volume 21, Number 4.

    Is er al voldoende onderzoek gedaan naar de HPV-prik?
    RIVM: Ja, net als andere geneesmiddelen en vaccins is het HPV-vaccin uitgebreid onderzocht op veiligheid en effectiviteit voordat het op grote schaal werd toegediend. Vanaf het moment dat het vaccin wordt opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma wordt er doorlopend onderzoek gedaan naar de effectiviteit en de bijwerkingen.

    NVKP:
    • Deskundigen zijn van mening, dat het om een zeldzame, ernstige ziekte gaat.
    • Het is niet het HPV dat baarmoederhalskanker veroorzaakt, maar het verminderde afweersysteem van de vrouw, dat de chronische virusinfectie niet opgeruimd krijgt; 80% van alle vrouwen in Nederland raakt in haar leven ooit besmet met het humaan papillomavirus, dat dat bijna altijd door het eigen afweersysteem binnen 2 jaar wordt opgeruimd.
    • Vaccinaties worden minder streng en uitgebreid getest dan medicijnen. Als zgn. ‘biologische geneesmiddelen’ zijn vaccins niet onderhevig aan onderzoek op farmacokinetische eigenschappen (d.w.z. we weten niet wat de stoffen in het lichaam doen, waar ze naar toegaan, hoelang deze in het lichaam blijven en of de stoffen worden uitgescheiden). Ook vindt er geen dubbelblind placebo gecontroleerd onderzoek plaats. Dit geldt voor alle vaccins en net zo goed voor het HPV-vaccin.
    • Er is nog zoveel onduidelijkheid over dit vaccin, dat er een speciaal monitoringsplan voor is gemaakt. Het vaccin is volgens de NVKP daarmee té experimenteel om in het Rijksvaccinatieprogramma opgenomen te zijn.
    • Of het vaccin effectief is, zal pas over 10/15 jaar duidelijk kunnen worden. Het vaccin is getest op vrouwen van 16 tot 26 jaar, niet op de 12 jarigen die het vaccin krijgen.
    • De Gezondheidsraad benadrukt zelf dat vervolgonderzoek nodig is.
    • Veiligheid kan niet worden gegarandeerd nu er wereldwijd vele meldingen van ernstige bijwerkingen zijn.
    • In Japan adviseert men het HPV vaccin niet meer, Israël is er nooit mee begonnen, Denemarken overweegt te stoppen. Ierse, Deense en Engelse ouders verenigen zich om op te komen voor hun dochters, die met ernstige gezondheidsklachten worstelen. Het Amerikaans College van kinderartsen waarschuwt voor onvruchtbaarheid etc. Nederland blijft echter vaccinatieschade als gevolg van HPV vaccinatie ontkennen.

    Beschermt de HPV-vaccinatie volledig tegen baarmoederhalskanker?
    RIVM: Nee, de HPV-vaccinatie beschermt tegen typen HPV16 en HPV18. Samen veroorzaken deze typen ongeveer 70 procent van alle gevallen van baarmoederhalskanker. De HPV-vaccinatie beschermt dus voor ongeveer 70 procent tegen baarmoederhalskanker.

    NVKP: Het HPV-vaccin voorkomt geen baarmoederhalskanker, zoals wordt gesuggereerd in de HPV-folder van het RIVM. Het kan slechts de infectie voor de typen HPV 16 en 18 voorkomen, maar er zijn meerdere typen HPV. De meeste HPV-infecties zijn kortdurend en hebben geen relatie met baarmoederhalskanker. Pas over 10 à 15 jaar zal duidelijk worden welk effect het vaccin heeft op voorkomen van baarmoederhalskanker. In een rapport stelt de FDA dat niet het virus de veroorzaker is van de kanker, maar de chronische HPV-infectie leidt tot een verhoogde kans op baarmoederhalskanker.

    Waarom krijgen meisjes de HPV-prik als ze 12 jaar zijn?
    RIVM: Het vaccin werkt het beste als een meisje de vaccinatie krijgt voordat ze voor het eerst met iemand vrijt. Uit onderzoek blijkt dat meisjes van 12 jaar nog niet seksueel actief zijn.

    NVKP: Het is de bedoeling dat meisjes en vrouwen worden gevaccineerd als zij nog niet in aanraking zijn gekomen met HPV, dus voordat zij seksueel actief zijn. Als er al een bestaande besmetting is met de typen HPV16 en/of 18 en er wordt gevaccineerd, wordt het risico op baarmoederhalskanker juist vergroot. Er zijn diverse onderzoeken die een HPV-besmetting aantonen bij 3, 5 en 10-jarige meisjes en bij vrouwen van wie men zeker weet dat ze geen seksueel contact hebben gehad. Vóór de vaccinatie zouden meisjes dus eerst moeten worden getest op de aanwezigheid van HPV.

    Beschermt de HPV-vaccinatie levenslang tegen baarmoederhalskanker?
    RIVM: Wetenschappers verwachten dat het vaccin levenslang beschermt. Het vaccin wordt nu 12 jaar gebruikt en de bescherming bij de meisjes die 12 jaar geleden zijn ingeënt, is niet verminderd. We houden goed in de gaten of de bescherming op lange termijn minder wordt.

    NVKP: Men weet niet of een herhalingsvaccinatie noodzakelijk is. Bij de berekeningen van de Gezondheidsraad is men ervan uitgegaan dat vrouwen rond hun 30ste nog een keer moeten worden gevaccineerd. Geen enkel vaccin geeft levenslange bescherming.

    Is het nog nodig om veilig te vrijen als je gevaccineerd bent tegen HPV?
    RIVM: Ja, ook als je de HPV-vaccinatie hebt gehad is het belangrijk om veilig te vrijen. Veilig vrijen beschermt namelijk ook tegen andere seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s), zoals hiv en chlamydia.

    NVKP: Jazeker, want er zijn meerdere virussen dan die in het vaccin zitten. In het vaccin zit alleen HPV 16 en 18. En condooms beschermen vrouwen niet per definitie tegen een HPV infectie.

    Is duidelijk wat de effecten van het HPV-vaccin op de lange termijn zijn?
    RIVM: De bijwerkingen van vaccins ontstaan altijd kort na de toediening. Onvoorziene bijwerkingen op lange termijn zijn daarom niet te verwachten. Wetenschappers verwachten dat het vaccin langdurig werkzaam is. Om hier zeker van te zijn lopen verschillende langlopende onderzoeken, onder andere bij het RIVM.

    NVKP: Er is nog veel onduidelijk over de bijwerkingen op de lange termijn, ook doordat de vaccins worden gemaakt door middel van recombinante DNA-technologie (genetische manipulatie). Gardasil maakt daarbij gebruik van gistcellen en Cervarix van insectencellen. Altijd blijven er resten van het groeimedium aanwezig in het vaccin. Hoe is het met de vruchtbaarheid? Hoe zal een zwangerschap verlopen? Wat zijn de gevolgen voor de baby? Volgens de Gezondheidsraad moeten we alert zijn op zeldzame, nog onbekende bijwerkingen.

    Vooraanstaande wetenschappers zijn van mening dat de onzekerheden grote risico’s met zich meebrengen. Zij hebben laten weten dat zij de invoering van het vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) onwenselijk achten.

    Beschermen vitamine A en foliumzuur ook tegen baarmoederhalskanker?
    RIVM: Nee.

    NVKP: Hierover is niets bekend, simpelweg omdat er geen onderzoek naar wordt gedaan.

    Is het nog nodig om een uitstrijkje te laten maken als je gevaccineerd bent tegen HPV?
    RIVM: Ja. Het blijft belangrijk voor vrouwen om vanaf hun 30e een uitstrijkje te laten maken, ook al zijn ze gevaccineerd tegen HPV. Het vaccin beschermt namelijk niet tegen alle HPV-typen die baarmoederhalskanker kunnen veroorzaken. Via het bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker krijgen vrouwen vanaf hun 30e tot hun 60e elke vijf jaar een uitnodiging van de huisarts om een uitstrijkje te laten maken. Daarmee wordt onderzocht of er sprake is van baarmoederhalskanker of een voorstadium daarvan.

    NVKP: Ja, het uitstrijkje blijft nodig, want 1 op de 3 baarmoederhalskankers hebben geen enkele relatie met de HPV-typen waartegen wordt gevaccineerd.

    Heeft het HPV-vaccin veel bijwerkingen?
    RIVM: Milde bijwerkingen komen veel voor, ernstige bijwerkingen zelden. Een deel van de meisjes krijgt een pijnlijke arm of een rode vlek rond de prikplek. Een heel enkele keer valt een meisje flauw of is ze erg moe. Dit flauwvallen kan komen als een meisje het erg spannend vindt om de prik te krijgen. Na enkele dagen zijn de pijn- en moeheidsklachten meestal voorbij. Bijwerkingen kunt u melden bij bijwerkingencentrum Lareb.

    NVKP: Het HPV vaccin kent erg veel bijwerkingen. Vanaf 2011 tot eind 2015 zijn 231 ernstige meldingen door Bijwerkingencentrum Lareb opgetekend, waarbij de relatie met het vaccin niet kan worden uitgesloten; langdurige vermoeidheid is het meest genoemd (168 keer). De klachten hebben een aanzienlijke impact op het dagelijks leven van de meisjes. In de landen waar al eerder met HPV-vaccinaties werd begonnen, zijn veel ernstige bijwerkingen gesignaleerd. Dat geldt zowel voor Gardasil (in Amerika, Australië, en bijvoorbeeld Spanje), als voor Cervarix (Groot-Brittannië).

    Wereldwijd zijn er vele, ernstige, bijwerkingen gerapporteerd en zijn er door ouders belangengroepen opgericht, zoals in Ierland, Denemarken en Engeland. Zowel de verantwoordelijken in Nederland als in het buitenland blijven hardnekkig volhouden dat er geen overtuigend bewijs is dat de vele duizenden gerapporteerde reacties een gevolg zijn van het kort ervoor ingespoten HPV-vaccin. Onduidelijk is welk bewijs de verantwoordelijken kan overtuigen dat de reactie een gevolg is van het vaccin. De NVKP pleit er voor dat de bewijslast wordt omgedraaid. Als een meisje vlak na de vaccinatie onwel wordt, dan is het aan de verantwoordelijken om te bewijzen dat de reactie NIET een gevolg is van het vaccin.

    Zijn er meisjes doodgegaan door de HPV-vaccinatie?
    RIVM: Nee, er zijn geen meisjes doodgegaan door de HPV-vaccinatie, ook niet in het buitenland.

    NVKP: Er zijn wereldwijd tientallen meldingen van overlijden na HPV-vaccinatie, maar helaas is een direct verband moeilijk te bewijzen. Daardoor wordt de doodsoorzaak als onbekend geregistreerd. Vaccinatie is bij voorbaat van alle verdenking uitgesloten, er wordt dus nooit in die richting gezocht. En daar waar niet gezocht wordt, wordt ook niets gevonden.

    Een document van de Food and Drug Administration (FDA, vergelijkbaar met bij ons het CBG (College ter Beoordeling Geneesmiddelen), meldt dat Gardasil, sinds de invoering daarvan in Amerika in juni 2006, gemiddeld één dode per maand heeft geteld. Naast allerlei andere ernstige gevolgen, zoals de verlammingsziekte Guillain-Barré, een verschijnsel dat ook bekend is na toediening van andere vaccins.

    (Controversial HPV Vaccine Causing One Death Per Month: FDA Report. 140 “serious” adverse reactions, including 27 “life threatening” cases, 10 spontaneous abortions, and 6 cases of the debilitating Guillain-Barre Syndrome reported since January 2008, http://www.lifesitenews.com/ldn/2008/jul/08070316.html)

    Kan de HPV-vaccinatie chronische vermoeidheid veroorzaken?
    RIVM: Chronische vermoeidheid komt veel voor bij meisjes. De oorzaak is onbekend. Na mediaberichten zijn er wel veel meldingen van chronische vermoeidheid bij Bijwerkingencentrum Lareb gedaan. In een groot onderzoek in Engeland met hetzelfde vaccin is geen verband gevonden tussen het vaccin en het ontstaan van de klachten. Voor de zekerheid is het RIVM een soortgelijk onderzoek in Nederland gestart. Zie ook Onderzoek naar HPV-vaccinatie en langdurige vermoeidheidsklachten.

    NVKP: Bijwerkingencentrum Lareb heeft gemeld, dat in minimaal 168 meldingen langdurige vermoeidheid optrad en een relatie met het vaccin zeer waarschijnlijk werd geacht.

    Kan er verlamming optreden door de HPV-vaccinatie?
    RIVM: Nee, er kan geen verlamming optreden door de HPV-vaccinatie. In de Verenigde Staten is wel een meisje verlamd geraakt vlak nadat ze de vaccinatie had gekregen. Maar de verlamming bleek door iets anders te komen.

    NVKP: Uit het eerder gemelde document van de FDA blijkt dat in Amerika wel degelijk meerdere verlammingsverschijnselen zijn opgetreden na HPV vaccinatie. Het is te gemakkelijk om dit aan toeval toe te schrijven. Deze uitzending van Zorg.nu geeft objectieve informatie over het HPV vaccin: https://zorgnu.avrotros.nl/uitzendin…/15-11-2016/hpv-vaccin/

    Kan de HPV-vaccinatie leiden tot haaruitval?
    RIVM: Nee, de HPV-vaccinatie kan niet leiden tot haaruitval.

    NVKP: Hierover is niets bekend.

    Kan het HPV-vaccin vruchtbaarheidsproblemen veroorzaken?
    RIVM: Nee, de HPV-vaccinatie kan geen vruchtbaarheidsproblemen veroorzaken. De vaccinatie werkt op het afweersysteem van het lichaam en niet op de voortplantingsorganen.

    NVKP: Ja, er zijn aanwijzingen dat meisjes vervroegd in de menopauze komen na HPV vaccinatie en dús onvruchtbaar worden: http://casereports.bmj.com/content/2012/bcr-2012-006879.abstract
    http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/23902317

    Op 29 januari 2016 waarschuwde het Amerikaans College van kinderartsen hiervoor. Ook zij zien een verband tussen het vroegtijdig in de menopauze komen van tieners en het vaccin en adviseren daarom niet langer het vaccin.

    Kan het HPV-vaccin leiden tot aangeboren afwijkingen van een baby bij toekomstige zwangerschappen?
    RIVM: Nee, de HPV-vaccinatie kan niet leiden tot aangeboren afwijkingen bij een baby. De vaccinatie werkt op het afweersysteem van het lichaam en niet op de voortplantingsorganen.

    NVKP: Daarover kunnen nog geen uitspraken worden gedaan, omdat dit pas over een aantal jaren duidelijk zal worden als de gevaccineerde meisjes zelf kinderen krijgen.

    Heeft de HPV-vaccinatie invloed op de menstruatie?
    RIVM: Nee, de HPV-vaccinatie heeft geen invloed op de menstruatie. Het vaccin werkt op het afweersysteem van het lichaam en er zitten geen hormonen in. Daarom heeft de vaccinatie geen invloed op de menstruatie.

    NVKP: Het kan dat een meisje ná de vaccinatie geen menstruatie meer heeft en al in de overgang komt.

    Kan de HPV-vaccinatie leiden tot langdurige darmklachten?
    RIVM: Darmklachten na HPV-vaccinatie zijn mogelijk. De HPV-vaccinatie veroorzaakt geen ernstige darmziekten.
    NVKP: Bij meer dan 1 op de 100 meisjes komen maagdarmklachten waaronder misselijkheid, braken, diarree en buikpijn voor.

    Is een HPV-vaccinatie nog zinvol als een meisje al seksueel actief is?
    RIVM: Ja, een HPV-vaccinatie kan zeker zinvol zijn als een meisje al seksueel actief is, want het kan zijn dat zij nog geen besmetting met HPV 16 en/of 18 heeft opgelopen. Het vaccin beschermt het beste als een meisje nog geen seksueel contact heeft gehad. Testen op een infectie met HPV 16 en/of 18 is niet mogelijk.

    NVKP: Als een meisje seksueel actief is en er is al een besmetting met de typen HPV16 en 18 wordt het risico op baarmoederhalskanker juist vergroot wanneer alsnog wordt gevaccineerd. Er zijn diverse onderzoeken die een HPV-besmetting aantonen bij 3, 5 en 10-jarige meisjes en bij vrouwen van wie men zeker weet dat ze geen seksueel contact hebben gehad. Vóór de vaccinatie zouden meisjes dus eerst moeten worden getest op HPV.

    Is een HPV-vaccinatie zinvol als een meisje lesbisch is?
    RIVM: Ja, een HPV-vaccinatie heeft ook zin als je lesbisch bent. Meisjes die met elkaar vrijen, kunnen elkaar ook besmetten.

    NVKP: Het risico op besmetting met HPV16 of 18 geldt voor elke seksuele relatie, ongeacht aard. De vraag is meer of deze vaccinatie überhaupt wel zinvol is.

    Mogen meisjes met een kippenei-eiwitallergie een HPV-vaccinatie?
    RIVM: Ja, meisjes met een kippenei-eiwitallergie mogen een HPV-vaccinatie. Voor het maken van het HPV-vaccin worden geen kippeneieren gebruikt.

    NVKP: Er kan een overgevoeligheid zijn voor de werkzame bestanddelen of voor één van de hulpstoffen (bijvoorbeeld gistallergie). Raadpleeg altijd de bijsluiter!

    Is een HPV-vaccinatie mogelijk als een meisje ongesteld is of de pil slikt?
    RIVM: Ja, het is geen enkel probleem de HPV-vaccinatie te halen als je ongesteld bent of de pil slikt. De vaccinatie krijg je in je arm. De HPV-vaccinatie wordt uitgesteld wanneer je koorts hebt, als je je te ziek voelt om naar buiten te gaan, bij zwangerschap of als je een ernstige stoornis van je afweersysteem hebt.

    NVKP: Als een meisje de pil slikt vanwege seksuele contacten is het raadzaam om vóór vaccinatie eerst te testen op HPV. Want als er al een besmetting is met de typen HPV16 en 18 en er wordt dan gevaccineerd, wordt het risico op baarmoederhalskanker juist vergroot.
    HPV-prik voor jongens

    Waarom is er momenteel geen HPV-vaccinatie bij jongens?
    RIVM: De Gezondheidsraad (Gr) adviseert de minister over vaccinaties. In 2008 heeft de Gr de minister geadviseerd te vaccineren tegen HPV en sinds 2009 worden meisjes gevaccineerd tegen HPV type 16 en 18. Indertijd heeft de Gr wel stil gestaan bij een HPV-vaccinatie voor jongens. Ze hebben dit bekeken zowel vanuit het perspectief van mogelijk betere bescherming van meisjes, als van bescherming van jongens tegen ziekten die voor hen relevant zijn. Maar de Gr oordeelde dat er te weinig wetenschappelijke inzichten over HPV-gerelateerde ziekte bij jongens beschikbaar waren om een goed advies te kunnen doen.

    NVKP: Er is nog geen onderzoek dat de effectiviteit en veiligheid kan aantonen, dus daarom is het af te raden om dit omstreden vaccin ook aan jongens te geven om zeer zeldzame vormen van kanker te voorkomen.

    Wanneer komt een HPV-vaccinatie voor jongens in het Rijksvaccinatieprogramma?
    RIVM: Het besluit voor een nieuwe vaccinatie wordt niet zomaar genomen. Allereerst moet de Gezondheidsraad (Gr) advies uitbrengen aan de minister. Vervolgens moeten er vaccins geselecteerd worden en besteld. Dit proces duurt ongeveer 2 jaar. Nu uit verschillende studies meer gegevens over de voordelen van HPV-vaccinatie voor jongens beschikbaar komen, zou de minister opnieuw advies aan de Gr kunnen vragen. Op dit moment kunnen we niet aangeven wanneer een advies beschikbaar komt.

    NVKP: In Amerika is het in 2016 ingevoerd, ondanks dat het om zeer zeldzame vormen van kanker gaat.

    Heeft een meisje van twaalf jaar (of ouder) voor de HPV-vaccinatie toestemming nodig van de ouder(s)?
    RIVM: Nee, volgens de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst is toestemming van de ouders niet nodig. Wij adviseren ouders samen met hun dochter een besluit te nemen over de HPV-vaccinatie.

    NVKP: Vanaf je 12e tot je 16e is het een gezamenlijke beslissing van ouders én kind. Alleen in zeer ernstige gevallen, als de mening van het kind heel weloverwogen is, het kind de consequenties van de beslissing kan overzien (te oordelen door de arts) en die mening tegengesteld is aan die van de ouders, dan mag de arts toch beslissen met het kind mee te gaan. Vaak wordt hierbij het voorbeeld van de pil gebruikt. Nu wordt gesuggereerd dat het bij HPV vaccinatie om een zelfde overeenkomst gaat, omdat dit ook over bescherming gaat, maar de pil wordt gehaald bij de huisarts, waar al een zekere binding/controle mee is. De HPV vaccinatie wordt gehaald bij een vrij anonieme GGD-arts, waar verder geen binding mee is. Belangrijk is dat zowel ouders als kind goed geïnformeerd zijn over de voor en tegens en van te voren de bijsluiter hebben kunnen inzien. Het moet altijd een weloverwogen keuze zijn van ouders en kind, een meisje mag zich achteraf nooit ‘gedwongen’ voelen.

    Bekijk ook http://zorgnu.avrotros.nl/uitzendingen/15-11-2016/ een documentaire over wereldwijde ervaringen met vaccinatieschade door het HPV vaccin.

    Gratis eBook “Het grote gevaar van het HPV-vaccin”

    Steeds meer kinderartsen wereldwijd bevelen het HPV-vaccin niet aan vanwege de risico’s en onvoldoende bewijs van de werking ervan. Dit onthullende gratis eBook geeft een volledige kijk op de nadelen en gevaren van de HPV-vaccinatie waardoor meisjes van 12 en 13 en hun ouders een weloverwogen beslissing kunnen nemen. Klik hier voor gratis download.

    Bron: Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken (NVKP)

  • Vasten remt leukemie bij kinderen

    Vasten kan de ontwikkeling van leukemie bij kinderen vertragen. Die ontdekking bevestigt (opnieuw) het belang van vasten als behandeling tegen kanker. Om de dag vasten remde de ontwikkeling en progressie van kankercellen bij laboratoriummuizen. Na zeven weken waren er in het beenmerg van de dieren die om de dag hadden gevast, geen kankercellen meer te vinden. Bij de muizen die niet hadden gevast, was daarentegen 68 procent van de beenmergcellen kwaadaardig. Binnen 59 dagen waren de meeste van deze muizen dood, terwijl de vastende muizen 120 dagen later nog steeds in leven waren en geen leukemieverschijnselen vertoonden. Geen van de muizen kreeg medicijnen om de kanker te behandelen. De muizen aten de ene dag normaal en de andere dag weinig of niets.

    Vasten lijkt goed te werken bij acute lymfatische leukemie (ALL), een vorm die bij kinderen het meest voorkomt. Maar het werkt niet bij acute myeloïde leukemie (AML), waar volwassenen vaker mee te maken krijgen. Ongeveer 90 procent van de gevallen van ALL bij kinderen is behandelbaar, maar het succespercentage van genezing van die ziekte ligt bij volwassenen veel lager.

    Onderzoekers van het UT Southwestern Medisch Centrum in het Amerikaanse Dallas, die het vastenexperiment uitvoerden, zeggen dat vasten een effectieve behandeling kan zijn, vooral voor patiënten met ALL.

    Bron: Nature Medicine, 2017, doi:10.1038/nm.4252

  • ‘Slecht’ LDL-cholesterol beschermt tegen kanker

    LDL-cholesterol, de zogenaamde ‘slechte’ soort die met de miljardenindustrie van statines wordt bestreden, kan ons tegen kanker beschermen. Het blijkt dat mensen die van nature een laag LDL-niveau hebben, op enig moment in hun leven meer kans hebben om kanker te ontwikkelen.

    Deze ontdekking van het Tufts Medical Center in Boston, Massachusetts, toont wederom een functie aan van LDL-cholesterol (dat volgens de medische wetenschap “slagaders verstopt en hart- en vaatziekten veroorzaakt”) voor een goede gezondheid.

    De Tufts-onderzoekers hebben 201 kankerpatiënten vergeleken met 402 niet-kankerpatiënten, die geen van allen statines (cholesterolsyntheseremmers) slikten. Op vier verschillende momenten gedurende de bijna 19 jaar waarin de groepen werden gevolgd, hadden de kankerpatiënten consequent een lager LDL-gehalte dan de niet-kankergroep. Nadat eventuele andere redenen voor deze bevindingen waren uitgesloten, hebben de onderzoekers geconcludeerd dat alleen LDL-cholesterol de ontwikkeling van kanker bleek te beïnvloeden.

    Bron: American College of Cardiology 61st annual scientific session, 25 maart 2012

  • Mammografie screening op borstkanker redt geen levens

    Grootschalige mammografische screenings op borstkanker hebben geen levens gered, ook al daalt het sterftecijfer aan deze ziekte sinds 1972 geleidelijk. De mammografie is pas veel later geïntroduceerd. Tegen zeer hoge kosten zijn in de meeste Westerse landen grootschalige screenings ingevoerd, vanuit de verwachting dat het aantal sterfgevallen aan borstkanker erdoor met 30 procent zou dalen.

    In een onderzoek is nu de uitvoering van deze screeningsprogramma’s uitgezet tegen de mortaliteit. Daarbij bleek er geen enkel effect te zijn geweest. Het sterftecijfer van borstkanker is al sinds 1972 langzaam aan het dalen en is sindsdien in hetzelfde tempo blijven dalen. De invoering van de mammografische screening kwam pas veel later en was in 1997 het meest grootschalig. De dalende trend van het sterftecijfer vertoont geen enkele invloed van die invoering.

    De onderzoekers, van het International Prevention Research Institute, baseerden hun onderzoek op de sterftecijfers door borstkanker en de screeningsintensiteit in Zweden vanaf 1972 tot nu. Het plaatje zal echter soortgelijk zijn voor de meeste Westerse landen. ‘Het lijkt paradoxaal dat de neerwaartse trend van de mortaliteit door borstkanker zich heeft ontwikkeld alsof de screening er helemaal niet geweest is’, aldus één van de onderzoekers.

    Bron: Journal of the National Cancer Institute, 2012; 104: 1080-1093; doi: 10.1093/jnci/djs272

  • Druivenpitextract ‘effectiever dan chemo’ bij vergevorderde kanker

    Druivenpitextract werkt beter dan chemotherapie bij het bestrijden van darmkanker, vooral in een gevorderd, agressiever stadium. Volgens onderzoekers kan het ook bij andere vormen van kanker een krachtig alternatief zijn.

    Het extract onderdrukt de kankercelgroei en doodt de helft van de cellen in stadium-IV darmkanker. Deze ontdekking werd gedaan in het University of Colorado Cancer Center en betekent een belangrijke doorbraak in de behandeling van darmkanker. Deze vorm van kanker is moeilijk behandelbaar met chemotherapie, meestal omdat de ziekte pas in een laat stadium wordt ontdekt.

    Resistent voor chemotherapie
    In stadium IV zijn darmkankercellen resistent voor chemotherapie vanwege genetische mutatie. Men gaat ervan uit dat een enkele darmkankercel meer dan 11.000 mutaties heeft waarin hij afwijkt van een gezonde cel. De bioactieve bestanddelen van druivenpitten pakken meerdere mutaties aan en zouden daardoor effectiever kunnen zijn dan chemotherapie.

    Bron: Cancer Letters, januari 21, 2013; doi: 10.1016/j.canlet. 2012.12.015

  • Vitamine D verlengt leven van borstkankerpatiënt

    Vrouwen met borstkanker die een hoge vitamine D-waarde in hun bloed hebben, hebben twee keer zoveel kans om hun ziekte te overleven als vrouwen met een lage waarde. Deze [highlight]vitamine, die we kunnen aanmaken onder invloed van zonlicht, remt de groei van tumoren[/highlight], door gezonde cellen beter met elkaar te laten communiceren.

    Het bewijs dat een hoge vitamine D-waarde in verband staat met een betere overleving van borstkanker is zo overweldigend dat de [highlight]onderzoekers nu al adviseren om deze zonnevitamine in de behandeling op te nemen[/highlight].

    Ze ontdekten het verband toen ze de resultaten uit vijf onderzoeken met 4.443 borstkankerpatiënten opnieuw analyseerden. Daaruit bleek dat vrouwen die een bloedserumwaarde van 30 nanogram vitamine D per milliliter hadden, hun borstkanker dubbel zo vaak overleefden als vrouwen met een lagere waarde van 17 nanogram per milliliter.

    Vitamine D werkt ook preventief. Vrouwen met een serumwaarde van 50 nanogram per milliliter hadden de helft minder kans om borstkanker te krijgen.

    Bron: International Journal of Cancer Research and Treatment, 2014; 34: 1163-6

  • Diagnose borstkanker klopt niet in 20% van de gevallen

    Eén op de vijf vrouwen die te horen krijgen dat ze borstkanker hebben, hebben de ziekte helemaal niet. Ze hebben slechts het voorstadium van borstkanker, DCIS: ductaal carcinoom in situ. Maar [highlight]door de foute diagnose krijgen de vrouwen een operatieve ingreep of bestraling alsof het kanker is[/highlight].

    De behandeling maakt dus niet uit voor de kans dat vrouwen aan borstkanker overlijden, en artsen moeten anders gaan kijken naar DCIS, blijkt uit nieuw onderzoek. [highlight]Van de ‘kankergevallen’ die bij routinematig borstonderzoek (mammografie) ontdekt worden, is 20 procent DCIS, dat zich zelden ontwikkelt tot agressieve borstkanker[/highlight].

    Onderzoekers van het Women’s College Ziekenhuis in Toronto volgden de gezondheid van 108.000 vrouwen die voor hun zeventigste de diagnose DCIS hadden gekregen. Ze ontdekten dat 3,3 procent van hen 20 jaar daarna aan borstkanker was overleden. Degenen die invasieve borstkanker (de kwaadaardige soort) in dezelfde borst terugkregen, hadden 18 keer zoveel kans aan borstkanker te overlijden als degenen bij wie het niet terugkwam. Een borstbesparende operatie met bestraling, of een borstamputatie verminderden de kans dat de kanker binnen 10 jaar terugkwam, maar het verminderde niet de kans dat iemand aan borstkanker overleed.

    DCIS moet anders behandeld worden en [highlight]vrouwen moeten niet routinematig bestraling krijgen, zeggen de onderzoekers[/highlight].

    Bron: Journal of American Medical Association Oncology, 2015; doi: 10.1001/jamaoncol.2015.2510

  • Afvallen verlaagt kans op kanker

    Afvallen levert je een extraatje op: je hebt ook minder kans kanker te krijgen. Terwijl je de kilo’s kwijtraakt, vermindert ook het gehalte van de eiwitten die nodig zijn voor de groei van sommige kankersoorten, hebben onderzoekers ontdekt.

    Mensen met overgewicht of obesitas die afvallen, verminderen daarmee ook het gehalte van drie eiwitten die angiogenese stimuleren: de vorming van bloedvaten die tumoren van bloed voorzien, waardoor ze kunnen groeien. Onderzoekers van het Fred Hutchinson Onderzoekscentrum naar Kanker ontdekten dit extra voordeel van afvallen toen ze de gezondheid van 439 vrouwen na de overgang volgden. Deze vrouwen hadden allemaal overgewicht en doorliepen een jaar lang verschillende afvalprogramma’s, die bestonden uit lichaamsbeweging en/of een dieet. De vrouwen die het meest afvielen, hadden ook een lager gehalte van de drie kankerstimulerende eiwitten.

    Het is [highlight]al langer bekend dat mensen die overgewicht hebben, weinig bewegen en veel zitten, meer kans hebben op kanker[/highlight]. Nu denken wetenschappers te begrijpen waarom dat zo is. Afvallen is een effectieve manier om kanker te voorkomen, denken ze.

    Bron: Cancer Research, 2016; 76(14): 4226-35

  • Peterselie en dille als natuurlijke en veilige chemo

    In peterselie en dille zitten stoffen die tegen kanker helpen. Daarom zouden ze een natuurlijker en veiliger alternatief zijn voor chemotherapie, aldus Russische wetenschappers. De stoffen vormen de bouwstenen voor een isoflavoon (plantaardig oestrogeen) dat de snelle deling van kankercellen blokkeert. [highlight]De stoffen zijn bestanddelen voor glaziovianine A, een kankerremmende stof die de celdeling tegengaat[/highlight].

    De cellen van een melanoom delen zich bijvoorbeeld elke drie dagen, terwijl gezonde cellen in die tijd slechts met 15 procent toenemen. Glaziovianine A vertraagt de celdeling, net zoals chemotherapie doet. Maar de stof is moeilijk te verkrijgen en moet allerlei bewerkingsprocessen doorlopen voordat het als medicijn kan worden gebruikt. Eén van de belangrijkste bronnen is het blad van een Braziliaanse boom.

    Nu zeggen wetenschappers van het PhysTech Instituut in Moskou dat ze [highlight]dezelfde stoffen hebben aangetroffen in de zaden van peterselie en dille[/highlight]. De wetenschappers hebben de werking van het isoflavoon getest op de embryo’s van zee-egels en op menselijke kankercellen, waaronder long-, prostaat-, borst-, dikkedarm-, eierstokkanker en melanoom (pigmentkanker). En met succes.

    Bron: Journal of Natural Products, 2016; 79(5): 1429

Back to top button